Het verhaal van een verloren jeugd

Ik ben geboren kort na de oorlog, in 1947. Ergens in een klein dorpje in Limburg, nabij de maaskant. Dat was nog in de tijd dat mijnheer pastoor en de notabelen van het dorp het leven van eenvoudige mensen controleerden en dirigeerden onder de kerktoren. Er moest hard worden gewerkt door de boeren en de fabrieksarbeiders. Het was ook hard labeur in de mijnen die Limburg toen rijk was. Onze moeder deed de was nog geheel met de hand. Niemand had het gemakkelijk, ook ons gezin niet. Mijn ouders waren volop bezig hun leven opnieuw op te bouwen en vorm te geven.

Mijn vader was tijdens de oorlog vijf jaar krijgsgevangene. Vóór die tijd waren zij amper één jaar getrouwd geweest. Rond 1951, ik was toen vier jaar, begonnen er getuigen van Jehovah bij ons over de vloer te komen. Mijn vader was in die tijd op zoek naar de zin van het leven, hij had in Duitsland tijdens de oorlog verschrikkelijke ervaringen meegemaakt. Op korte tijd raakte hij overtuigd dat de leer van de Wachttorenorganisatie de waarheid was. Dit zou fatale gevolgen hebben voor ons nog zo jonge gezin.

Mijn moeder was een verstandige, leergierige vrouw. Zij had kort na haar huwelijk gebroken met de katholieke kerk, zoiets was zeldzaam in die tijd. Zij had haar eigen mening, en daar leefde zij naar. Van de getuigen van Jehovah moest zij helemaal niets hebben en zij wou er niet mee te maken hebben. Op korte tijd echter werd zij gedegradeerd tot "wereldse vrouw".[1] Zij werd plotseling niet meer gerespecteerd als echtgenote en vrouw. Het was ondenkbaar dat zij een moeder met eigen rechten en wensen kon zijn. Dit resulteerde regelmatig in hoog oplopende ruzies.

Mijn moeder zag haar kinderen nog amper. Zelfs de opvoeding van haar kinderen werd haar uit handen genomen. Wij waren altijd weg. Naar school en naar vergaderingen van de getuigen. Naar congressen die verscheidene malen per jaar door de getuigen werden gehouden, en dan ook nog van huis tot huis gaan met Wachttoren en Ontwaakt. Altijd waren wij bij vader, hij was het die ons overal mee naartoe nam. Hierdoor werd mijn moeder verschrikkelijk eenzaam. Zij stond alleen in een strijd die zij gezien de tijd niet kon winnen. Vrouwen hadden nog niet de rechten en vrijheden van vandaag.

Sociaal contact met andere mensen was ook voor haar niet mogelijk. Er mochten geen "wereldse mensen" meer bij ons over de vloer komen, ook onze eigen familie niet.[2] Mijn broers en ik leefden als automaten, we waren geprogrammeerd. Er werd bij ons nooit gelachen of plezier gemaakt, verjaardagen of andere feestjes waren niet toegestaan. Alles werd "werelds" genoemd. Alle tijd werd besteed in functie van het geloof. Het doemdenken vierde hoogtij. Dit was angstaanjagend, vooral s' nachts was ik als kind bang voor de verschrikkelijke dingen die Jehovah's getuigen voorspelden. Armageddon en de rampen die de wereld zouden teisteren.

Wij hadden geen jeugd, wij moesten lijdzaam ondergaan... machteloosheid. Alles wat we deden werd van zeer dichtbij gecontroleerd, alles wat we zeiden, onze kleding...

We waren goede leerlingen op school, en we wilden verder studeren. De publicaties van het Wachttorengenootschap voorspelden echter dat Armageddon voor de deur stond, dus werd verder studeren niet nodig geacht, en dat gebeurde dus niet...[3] We gingen dus jong werken, wat een verloren kansen! Zo hebben zij niet alleen onze jeugd verknald maar ook een deel van ons volwassen leven. Ons leven zou een geheel andere wending hebben gehad zonder hen.

Uiteindelijk, zoals dat betaamde trouwde ik met een "broeder" een getuige van Jehovah.[4] Eigenlijk was ik daar nog niet aan toe, maar alles gebeurde onder druk van mijn vader. Ik twijfelde, ik was pas achttien. Het was een keuze bij gebrek aan keuze. Ze wilden hun kinderen graag kwijt, dan waren ze er vanaf. Geen wonder dat dit huwelijk slecht afliep, ik kende niets van het normale leven... Er moest zo snel mogelijk getrouwd worden. Er was volgens de getuigen van Jehovah anders te veel gevaar voor "immoraliteit". Mijn man had toen reeds een alcoholprobleem. Er werd door de ouderlingen echter niets hiertegen ondernomen, hij bleef actief in deze gemeenschap. Een groepje van autochtonen die dit door de vingers zagen. Mij sloten zij wel uit hun gemeenschap. Vrouwen zijn bij hen minderwaardig. Ik had mij tot de "wereldse autoriteiten" gewend.[5] Ik wou scheiden, had eigen ideeën... en ik rookte. Dat alles was "zonde" bij de getuigen. Zij sloten mij eigenlijk uit omdat ik hen niet als een papegaai na wou praten.

Zij lieten mij voor hun "gerechtelijk comité" verschijnen.[6] Tijdens het verhoor wilden zij dat ik zou verklaren te stoppen met roken, zogenaamd op bijbelse gronden, ik weigerde. Iemand met een eigen visie past niet in hun kraam, dit gebeurde eind jaren zeventig. Ik had mij echter reeds lang voordien van hen gedistantieerd. Ik werd dus uitgesloten en dat was maar goed, nu lieten zij mij tenminste met rust. Het bevrijdingsproces was nu volledig op gang gekomen... weg dat verstikkende gevoel!

In 1980 verongelukte mijn man. Er is in die periode veel geroddeld in hun midden. Door al deze gebeurtenissen viel ik in een diepe put. Ik moest mijn leven en dat van mijn kinderen weer heropbouwen en inrichten, uiteindelijk is dat goed gelukt. Het is een proces geweest van vallen en opstaan, zelfonderzoek, lezen en therapie, makkelijk was het niet. Leren vrij denken... niemand kan dat voor jou doen. Daarvoor hadden wij dat niet geleerd, voor onszelf denken, dat mocht immers niet. Een mens moet dan veel leren, vooral over zichzelf.

Vader was eigenlijk een goed man, maar hij was slachtoffer van de getuigen van Jehovah. Hij is nu reeds 18 jaar overleden. De laatste jaren van zijn leven was hij een verbitterd en eenzaam mens geworden. Mijn moeder heeft mij dat achteraf meermaals gezegd. Hij besefte dat er grote fouten waren gemaakt. Hun huwelijk was verworden tot een schim van wat het had kunnen zijn. Tegen zijn uitgesloten kinderen wist hij zich geen houding te geven, zijn kinderen waarvan hij toch veel hield.

Er was ook zoveel gebeurd…zoals dat met mijn oudste broer. Toen hij door de getuigen werd uitgesloten uit hun gemeenschap mocht hij van vader niet meer thuis komen.[7] Toen liep het toch uit de hand, en mijn moeder dreigde er zelfs mee naar de rechtbank te stappen. Het was duidelijk dat mijn vader zijn mening moest herzien. Hij is dan te rade gegaan bij de "kern" van de getuigen. Toen liet men mijn broer "in beperkte mate" toch in huis komen. Zo gaat dat bij de getuigen, over alles en nog wat wordt belerend gesproken. Alles wordt met elkaar overlegd, van de familiale omstandigheden willen zij alle intieme details weten, de sociale controle is groot.

Mijn moeder is vorig jaar overleden. Zij heeft dertig jaar geestelijke terreur doorgemaakt. Van ons gezin is zij wel het grootste slachtoffer geweest. Wij hebben lange gesprekken gehad hierover, soms urenlang. Jaren was zij voor deze sekte niets, geen mens, geen vrouw geen goede moeder. Zij was sociaal geïsoleerd, wou uiteindelijk met niets meer te maken hebben. Wij kinderen hebben haar laten voelen dat we van haar hielden, en dat wij waardeerden wat zij deed. Wij hebben haar geholpen en gesteund, haar jaren verzorgd toen zij later behoeftig werd.

Tijdens één van onze laatste gesprekken zei ze, "In hun ogen (j.g.) was ik niemand. Anderen waren de baas in huis, zij hebben een dubbele moraal, zoals zij prediken leven zij niet. Ik had niets te zeggen over mijn eigen kinderen, gelukkig hebben mijn kinderen mij niet laten vallen."

En toen weende mijn moeder... Wat vond ik dat pijnlijk, hartverscheurend. Ik had haar zo graag een gelukkig leven kunnen geven. Zij is vreedzaam ingeslapen nadat wij haar verzekerd hadden dat alles wat zij voor ons had gedaan goed was geweest. Zij was een unieke vrouw.

Mijn jongste broer, een kind van de jaren zestig had reeds in zijn tienerjaren gezegd dat hij zou stoppen met het geloof. Nu hebben wij samen met onze oudste broer een fijn en heerlijk contact. Wij praten, discussiëren over van alles en nog wat, bezoeken elkaar en helpen waar dat nodig is. En wij genieten van het leven. We komen op voor onszelf, respecteren iemands keuzes. En wij zijn vrij! Vrijheid is het hoogste goed, de basis voor een goed contact met de familie vrienden en daarbuiten.

Gezien mijn ervaringen met deze sekte is het voor mij niet moeilijk mij te verplaatsen in het ontzaglijke leed dat ex-sekteleden of hun familie ook nu nog ondervinden. Mensen moeten zich kunnen verenigen, er moet informatie zijn. De ivoren toren waarin de betrokken leiders in luxe leven moeten we voor de buitenwereld zichtbaar maken.

Voetnoten:

 

  1. … Jehovah's getuigen geven een heel eigen bijklank aan het woord "wereld". De "wereld" is de gehele mensenmaatschappij buiten de gemeenschap der getuigen. De wereld is slecht Een "wereldse vrouw" betekent dan eigenlijk een slechte vrouw.

  2. … Alhoewel niet alle getuigen niet zover gaan dat hun familie niet op bezoek mag komen zijn bij de meeste getuigen en hun familie de relaties erg verstoord.

  3. … Recentelijk herzag het Wachttorengenootschap de regel dat het niet aangeraden was verder te studeren. Vooral bij oudere getuigen leeft de gedachte echter nog steeds dat het beter is geen hogere studies te doen.

  4. … Getuigen wordt "aangeraden" alleen met andere getuigen te trouwen. Dat belet niet dat er ook onder de getuigen nogal wat huwelijken spaak lopen. Er wordt doorgaans jong gehuwd. Dit als gevolg van het feit dat alle vormen van seks voor het huwelijk ten strengste verboden zijn.

  5. … Daar de getuigen "aangeraden" wordt bij geschillen onder elkaar niet naar "wereldse rechtbanken" te stappen heeft dit soms nare bijverschijnselen. Zo zijn er gevallen bekend dat zaken die wel door het gerecht geweten zouden moeten zijn niet worden aangegeven. Zo zijn er onlangs in Amerika drie ouderlingen veroordeeld omdat zij een geval van incest hadden verzwegen.

  6. … Bij deze rechterlijke verhoren worden de fundamentele rechten van de mens geschonden. Zo is er op deze interne rechtbank géén advocaat aanwezig. De beschuldigers zijn ook vaak de openbare aanklager en…de rechters tegelijk! Men kan veroordeeld worden op anonieme klachten. Vrouwen worden bij seksuele kwesties door de "rechters" tot in de meest intieme details ondervraagd. Velen worden hierdoor geestelijk gebroken.

  7. … Ook nu nog worden uitgesloten leden op een verschrikkelijke manier gediscrimineerd. Ouders spreken dikwijls niet meer tegen hun eigen kinderen en omgekeerd. Grootouders mogen hun kleinkinderen niet meer zien. Zonen en dochters mogen niet op de begrafenissen van hun ouders komen enz… Alhoewel het Wachttorengenootschap niet altijd alles in detail voorschrijft doet zij ook niets aan deze wantoestanden, integendeel door haar leer werkt zij deze in de hand.

comments powered by Disqus

Gerelateerd