Brief aan de presiderend opziener

Aan:
De heer <naam ouderling>
Presiderend opziener van de Gemeente <naam gemeente>

29 augustus

 

Beste broeder <naam ouderling>,

Naar aanleiding van ons telefoongesprek van zaterdag 25 augustus j.l., waarin u mij verzocht een (schriftelijk) verzoek te richten aan allen die mijn uittredingsbrief hebben ontvangen, om die brief als niet geschreven te beschouwen, moet ik u meedelen, dat ik daar toch niet mee instem.

U zult wel gemerkt hebben dat ik met tegenzin toestemde, maar aangezien er tijdens ons gesprek van woensdag 22 augustus was afgesproken dat ik nog enkele punten met een broeder of zuster zou bestuderen, heb ik toch toegestemd een bericht aan allen te zenden.
Intussen zijn wij enkele dagen verder en ik ben nu zelfs nog meer overtuigd van mijn eerste besluit, dat ik het verspilling van de kostbare tijd van zowel de bereidwillige broeder/zuster, als van mijn tijd vind.
Die brief had ik juist zo breed verspreid, omdat ik geen geharrewar en heen en weer gepraat wilde, maar daar komt het nu zo langzamerhand toch op neer. Mijn besluit staat toch hoe dan ook vast, dus ik denk dat het beste voor alle partijen is, om het daarbij te laten. Iedereen weet dan waar hij/zij aan toe is en ik weet dat ook.

Rest mij alleen nog allen, met wie ik toch heel fijn kon samenwerken, te danken voor de ondersteuning de afgelopen jaren. De oprechtheid van velen zal ik niet vergeten.

Ook aan u persoonlijk dank dat u uw tijd vrijmaakte toen ik die nodig had. Ik heb het gewaardeerd. Mijn aandeel binnen de organisatie was al een aflopende zaak, dus dan is dit voor allen - en voor mij in het bijzonder - het beste. Gods Woord blijft een lamp voor mijn voet en een licht op mijn pad.

Het ga u goed met uw gezin en Jehovah's Zegen,

Diana

P. S.:

Wilt u met de bekendmaking mijn familie a.u.b. een beetje ontzien, m.n. tante en haar kinderen?

comments powered by Disqus

Gerelateerd