Voorzagen de "Bijbelonderzoekers" de gebeurtenissen van 1914?

Samenvatting

Het Wachttoren Genootschap leert, dat het jaar 1914 een "belangrijk jaar in de bijbelse profetie" is, omdat toen de "tijden der heidenen" geëindigd zouden zijn, en Jezus koning in de hemel zou zijn geworden. Jehovah's Getuigen zouden als enigen, en reeds vele jaren vóór 1914, juiste voorspellingen gedaan hebben over de gebeurtenissen in dit jaar, hetgeen een bewijs zou zijn van Gods leiding. Maar de feiten blijken iets geheel anders uit te wijzen. Het genootschap heeft de waarheid hierover aantoonbaar vele malen verdraaid in haar publicaties.

Inhoud

1. Gebeurtenissen van 1914 Voorzien?
2. Wat de "Bijbelonderzoekers" werkelijk verwachtten voor 1914
3. Misleidende beweringen over 1914
4. Het artikel in "New York World" van 30 augustus 1914
5. Conclusie

 

1. Gebeurtenissen van 1914 Voorzien?

De afgelopen decennia wordt er in Wachttorenpublicaties consequent een beeld geschetst dat de "bijbelonderzoekers", zoals Jehovah's Getuigen destijds bekend stonden, reeds tientallen jaren vóór die tijd grootse verwachtingen hadden omtrent wat er in 1914 zou gebeuren, en correct de gebeurtenissen voorspelden die met het eindigen van de "tijden der heidenen" in 1914 zouden samenhangen.

Zo valt in het boekje "Wat leert de bijbel echt?" (druk 2012), op blz. 215 te lezen:

TIENTALLEN jaren van tevoren maakten bijbelonderzoekers bekend dat er in 1914 belangrijke ontwikkelingen zouden plaatsvinden."

"1914 Voorzien", zegt ook het boek "De Openbaring - Haar grootse climax is nabij!" (druk 2006) op blz. 195, en citeert een New Yorkse krant die schreef:

'1914 voorzien
. . . Charles Taze Russell en degenen die samen met hem de bijbel onderzochten, beseften al tientallen jaren voordien dat 1914 het einde van de tijden der heidenen, of de bestemde tijden der natieën zou kenmerken. ... Hoewel zij in die vroege dagen niet ten volle begrepen wat dit zou inhouden, waren zij ervan overtuigd dat 1914 een bijzonder belangrijk jaartal in de wereldgeschiedenis zou worden, en zij hadden het bij het rechte eind, getuige dit krantenartikel:

"Het uitbreken van de verschrikkelijke oorlog in Europa heeft een buitengewone profetie in vervulling doen gaan. De afgelopen vijfentwintig jaar hebben de 'Internationale Bijbelonderzoekers', beter bekend als 'Millenial Dawners', de wereld via predikers en door middel van de pers bekendgemaakt dat de Dag der Gramschap waarover in de bijbel wordt geprofeteerd, in 1914 zou aanbreken. 'Ziet uit naar 1914!', is de roep geweest van de honderden reizende evangelisten." —The World Magazine, een Newyorkse krant, 30 augustus 1914'

Wat werd voorzien volgens de Wachttoren?

Het boek "Van het verloren naar het herwonnen paradijs" (nederlandse uitgave 1960), blz. 170 beschrijft waar Jehovah's Getuigen naar vooruitwezen. en waarom dit hen bijzonder maakte:

"De lectuur die de getuigen uitgaven, verschilde van die van alle andere religiën. Waarom? Omdat zij zeiden dat het jaar 1914 van wereldbelang zou zijn. In het tijdschrift de "Watchtower" van maart 1880 zeiden zij: De tijden der heiden duren tot 1914 en pas dan zal het hemelse koninkrijk volkomen heersen". De getuigen waren de enigen die op 1914 wezen als het jaar waarin Gods koninkrijk volledig in de hemel opgericht zou worden."

De gebeurtenissen die in 1914 plaatsgevonden zouden hebben worden op blz. 174 van hetzelfde boek aldus samengevat:

"In 1914 begonnen er dus twee dingen: 1. Gods hemelse koninkrijk met Christus als Koning op de troon, en 2. de "tijd van het einde" voor deze oude wereld."

De verwachtigen hielden dus in dat in 1914 het "einde van de tijden der heidenen" was, en dat dientengevolge:

a) de oprichting van Gods koninkrijk in 1914 in de hemel zou plaatsvinden, en
b) de "Tijd van het einde" dan zou aanvangen.

 

2. Wat de "Bijbelonderzoekers" werkelijk verwachtten voor 1914

Inderdaad hadden de "Bijbelonderzoekers" grote verwachtingen voor 1914, maar vroegere publicaties van het Wachttorengenootschap tonen aan dat deze in het geheel niet overeen komen met datgene wat men heden ten dage beweert. Zo erkent De Wachttoren van december 1940, op blz. 265:

“Allerhande boeken, brochures en blaadjes, die het jaar 1914 aankondigden, werden bij millioenen verspreid over de gansche aarde ... Doch wat de inhoud van dien dag betreft d.i. hetgeen daarbij geschieden zoude, daarin begingen deze onderzoekers een ernstige fout. De godsdienstige lieden, de politieke heeren en de handelsmenschen zagen scherp uit en wachten, de Christenen zagen ook reikhalzend uit en wachtten! De gebeurtenissen, die dit jaar met zich mede bracht, gaven heel wat anders te zien, dan velen verwacht hadden. Het verschafte dan ook een rijkelijke gelegenheid tot spot en hoon.”[1]

Wat geloofde de Wachttoren dan in werkelijkheid wél, en wat níet met betrekking tot de gebeurtenissen in 1914? De volgende verwijzingen geven hierover uitsluitsel:

I. Laatste dagen begonnen in 1799

De "bijbelonderzoekers" konden niet uitkijken naar 1914 als het begin van de "laatste dagen", destijds geloofde men namelijk dat deze al in 1799 waren begonnen...

"Deze twee gegevens: Het begin van den "tijd van het einde" en de "tegenwoordigheid des Heeren" moeten met elkaar niet verward, maar gescheiden gehouden worden. De "tijd van het einde" is, zooals boven aangetoond werd, een tijdvak van A.D. 1799 tot de algeheele vernietiging van Satan's rijk en de oprichting van Messias' koninkrijk. Zooals reeds is aangestipt, vangt de tweede tegenwoordigheid des Heeren in 1874 aan. Dit laatste tijdvak ligt dus in het eerste besloten en wel in het laatste deel van het tijdvak, bekend als de "tijd van het einde".

De Harp Gods, J.F. Rutherford, 1932, blz. blz. 233 - blz. 234

"[vooraf gegaan door 3 bladzijden "bewijzen"] De groote vermeerdering van kennis en het geweldige heen en weer trekken op verschillende plaatsen de aarde zijn ongetwijfeld de vervulling der profetie  over den "tijd van het einde". Deze zichtbare feiten zijn niet te loochenen en voldoende om ieder redelijk mensch te overtuigen, dat men zich sedert 1799 in den "tijd van het einde" bevindt."

De Harp Gods, J.F. Rutherford, 1932, blz. blz. 236 - blz. 237

II. Jezus was reeds sinds 1874 onzichtbaar aanwezig

Ook verwachtte men niet Jezus' onzichtbare wederkomst voor 1914, dit had reeds in 1874 plaatsgevonden, zo geloofde de Wachttoren:

"Het belangrijkste feit, waarop alle profetieën wijzen en waarnaar de apostelen uitkeken, is de wederkomst des Heeren. De profeet beschrijft het als een gelukszaligen tijd. Daniël zegt: "Welgelukzalig is hij, die verwacht en raakt tot een duizend driehonderd en vijf en dertig (1335) dagen." (Daniël 12:12) Degenen, die door den Heer bevolen werden op hem te wachten, zijn ongetwijfeld de wachters. Kent men dat jaar, dan weet men ook den tijd van de wederkomst des Heeren. De regel: een jaar voor een dag, toepassend, is 1335 dagen na 539 A.D. 1874, het tijdstip, waarop volgens de Bijbelchronologie de Heer wederkeren moet. Zoo deze berekening juist is, dan zal men van af dat oogenblik bewijzen van de tegenwoordigheid onzes Heeren moeten waarnemen"

De Harp Gods, J.F. Rutherford, 1932, blz. 233

"Sedert 1874 heeft er een groote inzameling van Christenen van verschillende deelen der aarde uit alle geloofsbelijdenissen en naamkerken plaatsgevonden. ... Dit omstandige bewijsmateriaal, dat de profetie vervult, vormt tastbare feiten, en bewijst afdoend, dat de Heer sedert 1874 tegenwoordig is, want dit inzamelwerk heeft sedert dien datum voorgang gemaakt."

Schepping, J.F. Rutherford, 1927, blz. 392, 303

III. Jezus regeerde reeds sinds 1878

Men zag niet uit naar 1914 omdat men verwachtte dat Jezus dan zou beginnen te regeren. Dit was volgens de Wachttoren reeds in 1878 gebeurd:

"Wees niet verrast, dan, wanneer we in volgende hoofdstukken bewijzen presenteren dat de installatie van het Koninkrijk van God reeds begonnen is, dat in de profetie is uitgelegd dat het moet beginnen macht uit te oefenen in 1878 A.D., en dat de "strijd van de grote dag van de Almachtige God" (Openbaring 16:14), die zal eindigen in 1914 A.D. met de volledige omverwerping van de huidige aardse heerschappijen, reeds is begonnen."

The Time is at Hand - Studies in the Scriptures II, 1889, C.T. Russell, blz. 101 (vertaling)

Het jaar 1878 A.D. ... markeert duidelijk de tijd van de daadwerkelijke machtsaanvaarding als Koning der Koningen, door onze aanwezige, geestelijke, onzichtbare Heer ..." The Time is at Hand, Studies in the Scriptures Vol. II, 1911 editie, C.T. Russell, blz. 239 (vertaling)

IV. De "tijden der heidenen" zouden in 1914 eindigen in Armageddon

In tegenstelling tot wat de Wachttoren nu beweert, hield de werkelijke verwachting die de "bijbelonderzoekers" koesterden voor 1914 in dat het "einde van de tijden der heidenen" gepaard zouden gaan met de komst van Armageddon, de vestiging van Gods Koninkrijk op aarde, en de vernietiging van alle aardse regeringen!:

"In this chapter we present the Bible evidence proving that the full end of the times of the Gentiles, i.e. the full end of their lease of dominion, will be reached in A.D. 1914; and that that date will be the farthest limit of the rule of imperfect man. ... That at that date the Kingdom of God, for which our Lord taught us to pray, saying, "Thy Kingdom come," will begin to assume control, and that it will then shortly be "set up," or firmly established, in the earth, on the ruins of present institutions."

The Time is at Hand, Studies in the Scriptures Vol. II, C.T. Russell, blz. 76, blz. 77, blz. 78

"In view of this strong Bible evidence concerning the Times of the Gentiles, we consider it an established truth that the final end of the kingdoms of this world, and the full establishment of the Kingdom of God, will be accomplished at the end of A.D. 1914"

The Time is at Hand, Studies in the Scriptures Vol. II, C.T. Russell, blz. 99

"Be not surprised, then, when in subsequent chapters we present proofs that the setting up of the Kingdom of God is already begun, that it is pointed out in prophecy as due to begin the excercise of power in A.D. 1878, and that the "battle of the great day of God Almighty" (Rev. 16:14), which will end in A.D. 1914 with the complete overthrow of earth's present rulership, is already commenced."

The Time is at Hand, Studies in the Scriptures Vol. II, C.T. Russell, blz. 101

"The "Gentile Times" prove that the present governments must all be overturned about the close of A.D. 1914"

The Time is at Hand, Studies in the Scriptures Vol. II, C.T. Russell, blz. 242

Samenvattend kan gezegd worden dat van alle voorspellingen die Russell deed aangaande 1914, slechts de benaming "einde van de tijden der heidenen" kan worden behouden, wat betreft de bijbehorende verwachtingen en voorspellingen is niets werkelijkheid geworden...

 

3. Misleidende beweringen over 1914

Niettegenstaande boven gepresenteerd bewijsmateriaal, heeft de Wachttorenorganisatie de mythe gecreëerd dat de "bijbelonderzoekers" reeds lang van tevoren juiste voorspellingen hadden gedaan, en dat ze door de gebeurtenissen in het gelijk werden gesteld. Slechts een korte selectie uit een enorme lijst kan dit reeds aantonen:

"Bewijs van Gods leiding"

"Door de leiding van Gods geest worden Jehovah’s dienstknechten in staat gesteld goddelijk licht te hebben in een wereld van geestelijke duisternis (2 Kor. 4:4). Lang geleden begrepen zij bijvoorbeeld dat 1914 G.T. het einde zou kenmerken van de tijden der heidenen of „bestemde tijden der natiën”, gedurende welke het de heidense natiën werd toegestaan onbelemmerde heerschappij over de aarde uit te oefenen (Luk. 21:24). Deze 2520 jaren durende periode begon met de vernietiging van Jeruzalem en zijn tempel door de Babyloniërs in de zevende eeuw v.G.T. In Zion’s Watch Tower van maart 1880 stond bijvoorbeeld: „’De tijden der heidenen’ strekken zich uit tot 1914 en het hemelse koninkrijk zal pas dan volledig heerschappij uitoefenen.” Alleen God, door zijn heilige geest, zou dit zo lang van tevoren aan die vroege Bijbelonderzoekers hebben kunnen openbaren."

De Wachttoren, 1 oktober 1973, blz. 594

ONWAAR, niets van wat de getuigen geloofden kwam uit. Zou God's heilige geest daarvoor verantwoordelijk kunnen zijn?

"Wanneer zouden „de bestemde tijden der natiën” eindigen en zou Gods Koninkrijksheerschappij beginnen? Bij het antwoord, dat „verzegeld [was] tot de tijd van het einde”, speelt de bijbelse chronologie een rol (Daniël 12:9). Toen die „tijd” naderde, nam Jehovah stappen om het antwoord aan een groep nederige bijbelonderzoekers te onthullen. Met de hulp van Gods geest onderscheidden ze dat „de bestemde tijden der natiën” begonnen waren bij de verwoesting van Jeruzalem in 607 v.G.T. en dat die „tijden” 2520 jaar zouden duren. Daaruit leidden ze af dat 1914 het einde markeerde van „de bestemde tijden der natiën”. Ze gingen ook beseffen dat 1914 het begin van het einde was voor dit samenstel van dingen."

De Wachttoren, 1 februari 2004, blz. 19

ONWAAR, men geloofde destijds dat de verwoesting van Jeruzalem in 606 v. G.T. had plaatsgevonden. Tevens geloofde men dat het begin van het einde van dit samenstel reeds in 1799 was begonnen.

"een profetie [bracht] ernstige Bijbelonderzoekers in de negentiende eeuw er door goddelijke leiding toe verwachtingen te koesteren. Door de „zeven tijden” uit Daniël 4:25 met „de tijden der heidenen” in verband te brengen, verwachtten zij dat Christus in 1914 Koninkrijksmacht zou ontvangen"

De Wachttoren, 15 september 1998, blz. 15

ONWAAR, getuigen geloofden destijds dat Jezus in 1878 in de hemel de macht had ontvangen.

"Tegenstanders tot zwijgen gebracht"

"Reeds zo vroeg als het midden van de Eerste Wereldoorlog (van 1914-1918 G.T.) hadden de geestelijken van de christenheid, te zamen met hun politieke en militaire bondgenoten, besloten dat zij al genoeg godsdienstige moeilijkheden hadden gehad met de christelijke getuigen van Jehovah God en zijn koninkrijk onder Christus. Zij trokken voordeel van de oorlogstoestanden en de in de oorlog uitgevaardigde wetten om de openbare activiteiten die door deze getuigen werden verricht, ter dood te brengen. Zij vonden het niet prettig ervan verwittigd te worden dat de „tijden der heidenen” in het jaar 1914 waren afgelopen en dat deze getuigen door de wereldgebeurtenissen waren gerechtvaardigd met betrekking tot het feit dat zij tientallen jaren naar dat jaar hadden vooruitgewezen als de tijd waarop Gods koninkrijk onder Christus in de hemelen de volledige macht zou ontvangen, met de autoriteit de heidense natiën van de aarde weg te vagen."

De Wachttoren, 1 april 1979, blz. 208

ONWAAR, getuigen geloofden destijds dat Jezus in 1878 in de hemel de macht had ontvangen.

"Van 1876 af heeft Jehovah’s volk de wereld, en vooral de christenheid, ervan in kennis gesteld dat de tijden der heidenen in het najaar van 1914 zouden eindigen (Lukas 21:24, SV). De geestelijken konden niet voorbijgaan aan dit voorbereidende werk dat ongeveer veertig jaar had geduurd — een werk dat overeenkwam met dat van Johannes de Doper. Die geestelijken waren erop gespitst de uitgever van dit tijdschrift aan de kaak te stellen als 1914 zou voorbijgaan zonder dat de gebeurtenissen die overeenkwamen met die waarvoor hij had gewaarschuwd, zich op een in het oog springende wijze zouden voordoen. Maar o, hoe werden zij tot zwijgen gebracht toen op 28 juli 1914 de vrede met geweld werd weggenomen door het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog!"

De Wachttoren, 1 september 1985, blz. 24:

ONWAAR, het waren de getuigen zélf die tot zwijgen werden gebracht, aangezien geen enkele voorspelling was uitgekomen - zie De Wachttoren van december 1940, blz. 265

Prediking als juist bevestigd door het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog

Tientallen jaren voor 1914 n. Chr. predikten Jehovah's getuigen reeds de volledige oprichting van Gods koninkrijk onder Christus aan het einde van de "bestemde tijden der natien" in dat jaar. Hun prediking werd als juist bevestigd door het plotselinge uitbreken van de Eerste Wereldoorlog in 1914, die door de natiën dezer aarde werd gestreden om de heerschappij over de aarde te verkrijgen en die werd gevolgd door de droevige reeks gebeurtenissen tot op deze dag. Indien de religieuze geestelijken der Christenheid de profetieën hadden onderzocht die door Jehovah's getuigen onder hun aandacht werden gebracht, indien zij de feiten der moderne geschiedenis onder de ogen hadden gezien, de belangrijkheid er van hadden ingezien en van loyaliteit jegens Gods wil hadden blijk gegeven, dan zouden zij zijn koninkrijk verwelkomd hebben en het hebben aanbevolen als de enige regering die recht heeft op de wereldheerschappij"

De Wachttoren, december 1953, blz. 360

"Jehovah’s Getuigen geloven dat dit grote samengestelde teken zichtbaar is sinds 1914, toen „de bestemde tijden der natiën” eindigden. Lang voordien hadden zij aangekondigd dat 1914 een gekenmerkt jaar in de menselijke geschiedenis zou zijn. Toen de Eerste Wereldoorlog in augustus van dat jaar uitbrak, werden hun verwachtingen dienaangaande bevestigd. In werkelijkheid had geen van de Getuigen een goddelijk visioen ontvangen; zij hadden deze gevolgtrekking gemaakt op grond van hun ijverige studie van de Heilige Schrift."

Wereld zonder oorlog, 1993, blz. 30

ONWAAR, de prediking had niets met de wereldoorlog van doen, en werd er derhalve ook niet door bevestigd.

Dragers van Waarheidslicht

"In de decennia vóór de Eerste Wereldoorlog verschenen de Bijbelonderzoekers op het wereldtoneel; zij onderwezen de zuivere bijbelse leer en stelden godonterende leugens zoals de leer van de Drieëenheid en het hellevuur aan de kaak. Zij waarschuwden ook voor het naderbij komende einde van de tijden der heidenen in 1914. Velen reageerden gunstig op deze dragers van het waarheidslicht."

De Wachttoren, 1 december 1992, blz. 13

ONWAAR, de bijbelonderzoekers onderwezen niet de zuivere bijbelse leer, met chronologieën die op piramidologie gebaseerd was, geloof in Christus' aanwezigheid sind 1874, zijn koningschap sinds 1878. Ook was de waarschuwing voor Armageddon in 1914 geen waarheidslicht.

4. Het artikel in "New York World" van 30 augustus 1914

De Wachttoren, 15 augustus 1989
Afbeelding in
De Wachttoren, 15 augustus 1989

De Wachttoren refereert vaak naar het artikel dat in "New York World" van 30 augustus 1914 verscheen, en wekt daarbij de indruk dat dit artikel bevestigt dat een "buitengewone voorspelling" omtrent 1914 was uitgekomen[1]. Wat echter niet vermeld wordt is dat het artikel beschrijft dat Russell's verwachtingen de komst van Armageddon in 1914 betroffen. [Zie hier voor een scan van het oorspronkelijke artikel]

Doorgaans wordt ook vermeden de daadwerkelijke titel van het artikel te vermelden: "Het einde van alle koninkrijken in 1914", wat een verwijzing is naar Russell's voorspellingen in Studies in the Scriptures, dat in 1914 alle aardse koninkrijken vernietigd zouden worden, en wat ook in het artikel geciteerd wordt. Mogelijk om de aandacht niet op deze titel te vestigen werden in diverse publicaties de afbeeldingen van het artikel precies onder de titel afgesneden, zoals in Ontwaakt! van 22 april 1974, of De Wachttoren van 15 september 1974.

Een afbeelding van het artikel mét de titel is te vinden in De Wachttoren van 1 juli 1984, blz. 5, en in De Wachttoren van 15 augustus 1989, maar in deze laatste zonder verwijzing in de tekst zelf van het artikel waar het bijgeplaatst is. Daar waar de titel wel genoemd wordt, wordt echter de relatie met de Armageddon-verwachting vermeden, en gesuggereerd dat de voorspelling betrekking had op de oprichting van het koninkrijk in de hemel.

Het slechts selectief enkele delen van het artikel belichten en daarmee de onjuiste indruk te wekken als zouden de voorspellingen voor 1914 zijn uitgekomen kan slechts als opzettelijk misleidend worden betiteld, aangezien de Wachttoren overduidelijk over het origineel beschikt en op de hoogte is van de werkelijke inhoud.

 

5. Conclusie

Zoals aangetoond is geen enkele voorspelling van Russell aangaande 1914 uitgekomen. Hoe kan dit dan een bewijs zijn van goddelijke leiding, zoals het Wachttoren Genootschap beweert? Ook vertelt het Genootschap tegenwoordig niet het ware verhaal over de verwachtingen die de Bijbelstudenten over 1914 hadden, hetgeen God, die onwaarheden verafschuwt, onmogelijk kan goedkeuren.

De valse profetieën en verdraaiingen van de waarheid zijn evident, en de conclusie moet zijn dat de Wachttorenorganisatie niet door God gebruikt wordt, maar in tegendeel, door haar handelswijze Gods Naam belastert en zich een valse profeet betoont.

“Wat zult u, wanneer u dit alles weet, doen? Het is duidelijk dat de ware God, die zelf „de God der waarheid” is en die leugens haat, niet goedgunstig zal neerzien op personen die organisaties aanhangen die leugens leren (Psalm 31:5; Spreuken 6:16-19; Openbaring 21:8). En zou u werkelijk zelfs maar verbonden willen zijn met een religie die niet eerlijk jegens u is geweest?”

Is dit leven alles wat er is?, 1975, blz. 46

Voetnoten:

 

  1. ^ Zie bijvoorbeeld ook het boek "Light", deel I uit 1930 (niet in het nederlands verschenen), waar vermeld wordt op blz. 194:

    "All of the Lord's people looked forward to 1914 with joyful expectation. When that time came and passed there was much disappointment, chagrin and mourning, and the Lord's people were greatly in reproach. They were ridiculed by the clergy and their allies in particular, and pointed to with scorn, because they had said so much about 1914, and what would come to pass, and their 'prophecies' had not been fulfilled."

  2. ^ Verwijzingen naar het artikel in "New York World" van 30 augustus 1914 zijn volgens de Wachttoren-Library, welke teruggaat tot 1970, te vinden op de volgende plaatsen:
    - De Openbaring, editie 2006, blz. 105
    - Inzicht in de Schrift I, 1995, blz. 304
    - Verkondigers boek, 1993, blz. 60.
    - Waarom God aanbidden?, 1993, blz. 23
    - Leven — hoe is het ontstaan?, 1985, blz. 227-229
    - De Wachttoren, 1 juli 1984, blz. 5, inclusief afbeelding van de titel
    - Ontwaakt!, 22 augustus 1981, blz. 7
    - Jaarboek 1976, blz. 73. Bevat een vrij lang citaat, en titel wordt genoemd.
    - Ontwaakt!, 8 oktober 1975, blz. 16
    - Ontwaakt!, 22 april 1974, blz. 18
    - Ontwaakt!, 8 augustus 1972, blz. 21
    - De Wachttoren, 15 december 1971, blz. 752
    - De Wachttoren, 1 november 1971, blz. 660
comments powered by Disqus

Gerelateerd